Afwijkende mondgewoonten

Hier onder valt:

  • geen lipsluiting in rust
  • mondademhaling
  • duim-, speen- of vingerzuigen
  • verkeerde tongpositie
  • infantiele slik
  • liplikken
  • nagelbijten
  • actieve musculus mentalis
  • faciale grimas

openmond openbeet duimen

Gehemeltespleet/schisis

Wanneer een lip-, kaak- en/of gehemeltespleet problemen geeft bij het voeden en/of spreken.

schisis1schisis2

Sondevoeding

Wanneer de voeding door middel van een slangetje, meestal via de neus, wordt ingebracht. Vaak wordt de logopedist in het ziekenhuis ingeschakeld wanneer besloten wordt van sondevoeding naar orale voeding over te schakelen.

Eet- en drinkstoornissen bij kinderen/volwassenen met hersenletsel

Wanneer door de afwijkende werking van de hersenfuncties, er niet alleen problemen zijn met de algemene bewegingen (het spiergevoel en de motoriek) zijn, maar ook problemen met de mondfuncties, vooral met slikken.

bord

Afwijkende mondgewoonten

De meeste mensen ademen door de neus, als de neusdoorgang voldoende is.
Er zijn verschillende oorzaken voor vernauwing van de neusdoorgang.
Verkoudheden en allergieën bijvoorbeeld. Er wordt dan tijdelijk door de mond geademd.
Als de mondademhaling blijft bestaan als de neus weer doorgankelijk is, ontstaat er een verkeerde gewoonte, die minder gunstige gevolgen kan hebben.

Bij mondademhaling droogt de mond uit. daardoor ga je veel minder slikken. Hierdoor wordt de buis van Eustachius, die het oor met de neusholte verbindt, minder gereinigd.
Ook valt de filterfunctie ven de neus weg (soort zeefje in de neus), zodat de lucht ongefilterd ingeademd wordt. Hierdoor kunnen we sneller ontstekingen van de luchtwegen en verkoudheden krijgen.
Nog een gevolg van de mondademhaling is dat de tong laag onder in de mond ligt.

De tong wordt tussen de tanden geperst bij het slikken. Doordat de tong bij dit afwijkend slikken telkens tegen de tanden duwt, kunnen de tanden scheef gaan staan. Dit verkeerde slikken kan ook voorkomen als er gewoon door de neus geademd wordt.

De tong kan niet alleen bij het slikken, maar ook bij het spreken tussen de tanden komen. Dit noemen we lispelen. Naast de /s/ worden soms ook /t/, /d/, /n/ en /l/ tussentands uitgesproken.
Omdat bij mondademen de lippen niet meer aan het werk zijn, worden de mondspieren slap en verloopt de articulatie minder duidelijk.

Een andere afwijkende mondgewoonte is het zuigen op duim, vingers of speen. Voor een zuigeling is het normaal dat de tong tussen de kaken door komt bij het zuigen aan de tepel of aan een speen. Wanneer de tanden doorkomen, hoort de tong zich terug te trekken tot achter de voortanden. Blijft de zuiggewoonte bestaan, dan kunnen gebit en kaken vervormen. Ook kan het een gewoonte worden dat de tong onderin de mond ligt of tussen de tanden door perst bij slikken.

In veel gevallen hebben kinderen een combinatie van deze klachten, omdat ze nauw met elkaar samenhangen en een vicieuze cirkel vormen.

Wat doet de logopedist?

De logopedist adviseert of behandeling nodig is en wanneer. Ze beoordeelt ook welke therapie het meest effectief is voor een kind. Tegenwoordig werken logopedisten veel met OMFT, Oro Myo Functionele Therapie. Hierbij worden in een programma van ongeveer 13 weken de spieren van lippen, tong en kaken intensief getraind en wordt een kind in zeven stappen geleerd goed te slikken. Hierna zijn de mondspieren sterk genoeg om de goede gewoonten vast te houden. Vaak is na de behandeling een eventuele overbeet kleiner geworden.

mond

Van de eerder genoemde klachten wordt er eerst gewerkt aan het afleren van speen-, duim- en vingerzuigen, omdat dit gedrag overige verkeerde mondgewoonten in stand houdt. Vervolgens komen de andere symptomen aan de beurt.

trainer speen

Mondademhaling moet bij kinderen zo vroeg mogelijk worden gestopt, omdat het terugkerende verkoudheden en oorontstekingen kan veroorzaken.
De behandeling zal gericht zijn op het aanleren van de goede tongplek, verbeteren van de lipspanning en het aanwennen van lipsluiting.
Er worden oefeningen gegeven die de spieren van de tong en lippen versterken.
Ook het afwijkend slikken wordt, als daar sprake van is, aangepakt.

lipsluitingmeteriaalbijlipversterking

In veel gevallen is er tenslotte nog aandacht nodig voor het aanleren van de juiste articulatie van de klanken /s/, /z/, /t/, /d/, /n/, en /l/.

tonguitstekentongpers